Pak lakse scholen aan!
De Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) spreekt zich kritisch uit over het beleid rondom de invoering van de centrale examens rekenen. Hoewel ook wij het onacceptabel vinden dat scholieren en studenten de dupe worden van slecht rekenonderwijs en ondermaatse toetsen, een mening die wij ook veelvuldig hebben verkondigd in diverse media, missen wij praktische oplossingen in de brandbrief die nu naar de Kamercommissie is gestuurd.
Rekenen vinden wij belangrijk, dus ook wij steunen de referentieniveaus. Een groot deel van de mbo-studenten heeft een achterstand opgebouwd in dit vak, omdat het lange tijd geen onderdeel was van de opleiding. Zowel in het voortgezet onderwijs als in het mbo. Het is dan ook een flinke uitdaging om de juiste referentieniveaus te bereiken.
Dit vereist niet alleen een inspanning van de studenten maar ook van het CITO. Mbo-studenten mogen toetsen verwachten waarin het rekenvermogen wordt getoetst en niet de leesvaardigheid. Zolang de vragen barsten van talige instinkers is dat wat ons betreft niet acceptabel.
Het vereist echter vooral een inspanning van mbo-instellingen. Dat de referentieniveaus gehaald moeten worden is al bekend sinds 2010, maar nog steeds krijgen wij berichten van studenten en docenten dat er instellingen zijn die het rekenonderwijs niet op orde hebben. Nog steeds zijn er studenten die geen rekenles krijgen, in te grote klassen les hebben, of les krijgen van docenten die zelf niet kunnen rekenen of didactisch onvaardig zijn.
Mbo-instellingen hebben extra geld gekregen om het rekenonderwijs op peil te brengen. Waar is dat geld gebleven? Waarom controleert de minister de scholen niet? Of beter nog: wanneer komen er sancties voor scholen die het rekenonderwijs niet op orde hebben?
Wat ons betreft ligt de oplossing inderdaad niet in opklimmende slaagcesuren (lapmiddelen) of plusdocumenten (vrijblijvend onderwijs), maar in het aanpakken van mbo-instellingen. Totdat dit op orde is, mogen studenten hier uiteraard niet de dupe van worden en dat vereist dan ook in de eerste plaats een inspanning van de minister. Zorg dat iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt en daar ook op wordt aangesproken.